Spanning wordt vaak als iets negatiefs gezien. Maar spanning is de aanleiding om te bewegen, om te veranderen, om keuzes te maken. Anders gezegd: door spanning kan je groeien als mens. En uiteindelijk denk ik dat het daar toch om gaat.
Er is overal spanning, altijd. Zolang we leven en bewegen is er spanning. Tussen landen, groeperingen, mensen maar ook zelfs in ons hoofd. Aan de ene kant ben ik lui, aan de andere kant wil ik iets voor elkaar krijgen. Ik wil graaglekker eten, maar ook heel lang fit en gezond blijven. Ik zoek veiligheid en tegelijkertijd ook spanning. Allemaal voorbeelden van spanning, van uitersten waar iedereen dagelijks mee aan het stoeien is. Hoe ga je ermee om, welke keuzes maak je daar in.
Ik heb mijzelf lang afgevraagd waarom die twee uitersten er altijd zijn. Ik vond het maar een gedoe en een misser van de natuur. Maar langzaamaan kom ik erachter dat die eeuwige polariteit een functie heeft. Het zorgt ervoor dat ik afgewogen keuzes maak. Of in ieder geval dat ik keuzes maak! De spanning zorgt er voor dat ik goed overweeg wat de consequenties zijn wanneer ik voor het taartje kies of voor een uurtje sporten. Wat interessant is dat je het helpt om de pure vormen van iedere polariteit te kennen. Maar meestal durf je die uitersten niet eens te ontdekken omdat er te veel risico aan hangt. (300 km/h over de A12 rijden bijvoorbeeld).
Een valkuil is dat je dan de adviezen van anderen overneemt. Anderen die misschien de uitersten zelf hebben meegemaakt of het ook weer via anderen hebben gehoord. Het nadeel daarvan is dat je altijd zoiets zal houden van, 'ja, maar'. Het voordeel is dat je alle negatieve gevolgen van het ontdekken van de uitersten bespaard blijft. Ook hier weer een spanning dus.
Wat ik heb geleerd als het om spanning gaat is dat het energie geeft, dat het ervoor zorgt dat je leeft, keuzes maakt, vreugde en verdriet kan geven. En dat het blijkbaar een vast onderdeel van ons leven is. Als dat waar is denk ik dat je er maar zo goed mogelijk met spanning moet leren om te gaan. Gebruik het positief. Vervolgens ben ik er wel een voorstander van om de voor jou belangrijke uitersten zelf te ervaren. Want alleen dan kan je echt doorleefde keuzes maken.
Ik ben heel erg blij dat ik twintig jaar de organisatie-uitersten heb mogen onderzoeken met als doel om de kracht van mensen te kunnen integreren in een organisatie. Ik heb samen met Rutger 10 jaar een organisatie bestuurd die volledig werd gedreven door het systeem creativiteit en vervolgens 8 jaar dezelfde organisatie bestuurd vanuit het systeem structuur. Structuur en creativiteit zijn polair, ze haten elkaar, maar ze hebben elkaar wel nodig! Wij noemen dat Yellow (creativiteit) en Blue (structuur). Wanneer heb je wat nodig en hoe zorg je ervoor dat de systemen Yellow of Blue voor je gaan werken in plaats van tegen je. Doordat we de uitersten hebben gezien kunnen we nu heel goed aangeven hoe de verschillende systemen voor je kunnen werken en niet tegen je.
Daarover gaat mijn nieuwe boek Yellow&Blue. En wat mij betreft gaat daar de discussie over wanneer we tot nieuwe organisatievormen willen komen waarbij we de kracht van mensen maximaal willen benutten in bedrijven. Omdat de toekomst van ieder bedrijf nog ergens tussen de oren van de medewerkers zit.